Wat is het?
Stotteren is een spraakstoornis waarbij het vloeiende verloop van de spraakbeweging gestoord is. Klanken of lettergrepen worden herhaald of verlengd. Soms worden ze er met veel spanning uitgeperst. Daarnaast kunnen bij het stotteren begeleidende symptomen voorkomen. Voorbeelden hiervan zijn:
- mee-bewegingen in het gezicht en van lichaamsdelen
- verstoring van de adem
- transpireren
- spanning
Naast deze zichtbare en hoorbare symptomen zijn er ook verborgen symptomen. Bijvoorbeeld:
- vermijden van situaties
- bepaalde woorden of klanken omzeilen
- gebrek aan zelfvertrouwen
- angst om te spreken
Oorzaak
Stotteren kan de communicatie ernstig verstoren. Over de oorzaak van stotteren zijn in de loop der tijd verschillende theorieën beschreven. Vroeger dacht men dat stotteren vooral aangeleerd gedrag was. Tegenwoordig wordt stotteren gezien als een aanleg tot ontregeling van de spraak motorische processen. Dit zijn ademhaling, stemgeving en articulatie. Emoties en gedachten rond het spreken, alsook omgevingsfactoren zijn hierop van invloed.
Kinderen en volwassen
Stotteren begint meestal bij kinderen tussen de twee en zeven jaar, maar het kan zich ook op latere leeftijd, bijvoorbeeld tijdens de puberteit, ontwikkelen. Bij een grote groep kinderen gaat stotteren vanzelf over, maar bij sommige kinderen is behandeling door een logopedist of stottertherapeut nodig. Het is dan belangrijk om snel met therapie te beginnen. Dit verhoogt de kans op herstel.
Screeningslijst
Met vroegtijdige signalering en behandeling van stotteren (vanaf het 2de jaar en vóór het 7de jaar) zijn veel problemen op latere leeftijd te voorkomen. Twijfelt u over het spreken van uw kind? Als uw kind begint te stotteren, dan kunt u daar behoorlijk van schrikken. Met behulp van de Screeningslijst voor stotteren (SLS), die u in kunt vullen wanneer uw kind 2-7 jaar oud is, kunt u een indicatie van de ernst van het stotteren bij uw kind verkrijgen. Aan de hand van de score wordt bepaald of het zetten van stappen richting logopedie/stottertherapie nodig is voor uw kind. Niet alleen een ouder, maar ook een hulpverlener die zich zorgen maakt om een kind dat begint te stotteren, kan de Screeningslijst voor stotteren invullen. Na het invullen van deze interactieve test, wordt de totaalscore berekend en leest u wat u kunt doen. Ga voor het invullen van de SLS naar http://www.stotteren.nl/ouders/screeningslijst-voor-stotteren-sls.html. Met de Screenings Lijst voor Stotteren (SLS) kan worden onderzocht of verwijzing naar een logopedist geïndiceerd is. Voor meer informatie over stotteren kunt u terecht op www.stotteren.nl.
Wat doet de logopedist?
Onderzoek
De logopedist zal een onderzoek doen naar het stotteren. Zijn er problemen op het gebied van de spraakmotoriek, zijn er emotionele factoren, omgevingsfactoren of combinaties daarvan? Nagegaan wordt hoe het stotteren zich heeft ontwikkeld en in welke fase het stotteren is.
Behandeling
Bij het samenstellen van het behandelprogramma zal er rekening mee gehouden worden in welke fase het stotteren zich ontwikkeld heeft. Bij kinderen worden de ouders/verzorgers en vaak ook het gezin altijd bij de behandeling betrokken.
Soms bestaat de begeleiding uit indirecte therapie, waarbij de omgeving van het kind voorlichting en adviezen krijgt. Het kind kan ook zelf direct behandeld worden, maar niet zonder medewerking van zijn omgeving. Bij ouderen bij wie het stotteren zich al verder ontwikkeld heeft, richt de behandeling zich op de factoren die van invloed zijn op het totale stotterprobleem: emoties, gedachten en omgeving. Wanneer deze een geringere invloed hebben op het stotterprobleem, wordt het accent van de behandeling meer verschoven naar vloeiendheidstraining. Hierbij kan gedacht worden aan vertraging van het spreektempo, het aanleren van spreektechnische vaardigheden, waarbij gebruik gemaakt wordt van ademoefeningen en ontspanningsoefeningen.
Broddelen
Wat is het?
Broddelen is een stoornis in het spreken, die zich uit als een niet-vloeiende of aritmische, moeilijk verstaanbare spraak. Kenmerken van broddelen zijn:
- een slappe uitspraak en
- een hoog spreektempo
- het ineenschuiven van woorden (bijvoorbeeld ‘tevisie’ in plaats van ‘televisie’)
- stopwoordjes
- snelle woordherhalingen en klankherhalingen
- moeilijkheden met het formuleren van gedachten, ook schriftelijk
Broddelen kan samen gaan met hyperactiviteit en een slechte concentratie, dit hoeft echter niet. De luisteraar zal de persoon die broddelt vaak slecht verstaan en reageren met: “Wat zeg je?”. De spreker merkt wel dat er iets mis is met zijn spreken, maar hij weet niet precies wat. Broddelen is als een stoornis in de communicatie te beschouwen. Doordat er bij broddelen herhalingen van woorden en klanken zijn, lijkt het soms op stotteren. Een duidelijk verschil met stotteren is dat de broddelaar niet opmerkt dat zijn spreken herhalingen en onduidelijkheden vertoont, en de stotteraar meestal wel. De oorzaak van broddelen is terug te voeren op een onvoldoende rijping van het centraal zenuwstelsel. De spraak- en taalontwikkeling verloopt daardoor niet evenwichtig. De volle omvang van het probleem wordt pas duidelijk rond de zevenjarige leeftijd, als de periode van de spraak- en taalontwikkeling voltooid is. Op latere leeftijd kan broddelen het carrièrepatroon nadelig beïnvloeden, wanneer hogere eisen aan de spreekvaardigheid gesteld worden.
Wat doet de logopedist?
Bij kinderen kan de logopedische behandeling in overleg en in samenwerking met bijvoorbeeld een remedial teacher geboden worden. Dit zal vooral gebeuren bij zogenaamde risicokinderen: kinderen bij wie een late of vertraagde spraakontwikkeling wordt geconstateerd, en bij wie broddelen in de familie voorkomt. Ook kinderen met lees- en spellingproblemen kunnen hierbij horen.
Bij (jong)volwassenen richt de behandeling zich vooral op bewustwording van de eigen spraak, uitspraaktraining, training in correct formuleren en ritme- en intonatietraining. Het resultaat van de behandeling hangt, naast de ernst van het broddelen, af van doorzettingsvermogen, concentratievermogen en motivatie.